Dinsdag 9 april 2019

Sinds lange tijd verschijnt er weer een berichtje op mijn website. Mijn moeder was langdurig ziek en is onlangs overleden. Dit had een grote inslag op mijn leven, mijn gezin, mijn werk en mijn huis. Veel heb ik uit mijn handen laten vallen en pas later kwam het puinruimen en de opbouw. En de rust. Bij deze een ode aan mijn lieve moeder:

 

In de stralende zon…
 
Ik ben opgegroeid met een moeder die er altijd was. Dat was voor ons gewoon. Uit school zat ze klaar met een bakkie thee voor ons. Ze was aanwezig en altijd bezig, in of om het huis. We waren dat gewend. Ze deed alles voor ons. We waren eigenlijk verwend. We hoefden nooit iets te doen. Zij poetste, boende, waste zich een ongeluk. Misschien was het ook wel zo dat ze vond dat wij het lang niet zo goed zouden doen als zij. Ze was immers extreem goed opgeleid in de schoonmaak en de huishouding, door mijn oma. Ik weet niet wie het bekend voorkomt dat zijn of haar moeder met een piekspeldje met een doekje eromheen de kleinste randjes, kiertjes, gleufjes in huis, op de meubels en alle spullen langsgaat om echt de kleinste ophopingen van vuil en stof weg te halen, waar niemand het eigenlijk ziet. En elke maandag werden we vroeg in de morgen van ons bed gelicht. Het beddengoed werd van ons afgetrokken en in de wasmachine gedaan. Alle oppervlakten werden leeggehaald en de spullen daarvan vonden we ’s middags na school terug op ons bed, in onze schone kamer, zodat we alles zelf weer netjes terug konden zetten op ons bureau, de vensterbank, de planken en de kasten. Voor ons was het normaal, maar later leerden wij pas dat dat wel heel bijzonder was.
 
Maar mijn moeder heeft niet anders gedaan. Ze was rond de 14 jaar toen ze zorgtaken op zich nam. Mijn opa en oma, haar ouders, waren drukbezet met de zorg voor hun jongste kind Mariska, die met een hartafwijking ter wereld kwam. Een zware tijd, waarin mijn moeder stilaan het huishouden draaide en voor de rest van de kinderen zorgde, terwijl haar ouders in het ziekenhuis waren. Rond de tweede klas stopte ze met school. Ze vond Engels een leuk vak en ze vertelde ooit dat ze daar best goed in was. Al heb ik nooit een rapport van school van haar gezien. Maar veel tijd om kennis uit te buiten en door te leren heb je natuurlijk niet als je halverwege de middelbare school afhaakt. Zij deed het. Ze was er voor haar familie. Alsof het heel gewoon was.
 
Mijn moeder heeft dus voor 2 generaties gepoetst en gewassen. Ze runde 2x een groot huishouden.
 
Niet klagen maar doorgaan was het credo. En als je het zelf doet, weet je dat het 10x beter is dan wanneer een ander het doet. Ze stond in de dakgoot om de ramen te zemen en zoveel mogelijk te kunnen schoonmaken van het dakkapel en de dakgoot leeg te halen. Ze was in de laatste trimester van haar zwangerschap van Kelly en zat op het platte dak, hing voorover om de daklijsten nog even te schilderen voordat het lente werd. Gekkenwerk natuurlijk.
 
Maar met de komst van Kelly werd het anders. Ze maakte tijd voor de kleine en voor zichzelf. Jan, Roos en ik vonden het in het begin wel stom dat er nog een telg bijkwam. Wij waren tieners en zaten er niet echt op te wachten. We konden ons niet voorstellen dat het uiteindelijk heel gezellig zou zijn. Weer nieuw leven in de brouwerij in een rustig huis waarin de andere kinderen oud genoeg waren om hun eigen gang te gaan. Kleine Kelly werd het stralende middelpunt van haar leven. Onze slaapkamers werden nu slechts om de week op maandag schoongemaakt, in plaats van elke maandag. Ze nam de tijd om leuke dingen met haar te doen, zoals naar een concert van K3. Dat vond papa natuurlijk ook wel leuk!
 
Vanaf die tijd leek het voor mij alsof je meer van het leven begon te genieten. Zo af en toe kon je eindelijk eens de boel de boel laten en erop uit gaan. Met de Zwanenbus mee, meer uitjes met vriendinnen zoals jullie fietstripjes door Nederland, een paar dagen weg met je schoonzussen, lekker ergens lunchen met ons, of uit eten bij Hotel Noordzee. Naar de termen in Ridderkerk met natuurlijk de nodige relaxbehandelingen en massages met een grote groep waaronder Karin, Jannet, Janneke de Mooy, Roos en mij bijvoorbeeld. De uitspraak van mijn vader; ‘Moet je alweer weg?!’ werd wat bekender in huis. Maar goed dat je het zo gedaan hebt! Ook liet je op een gegeven moment je nagels mooi doen. Eerder deed je dat nooit, want je zat echt altijd met je handen in het sop. Geen nagellakje waardig was dat.
 
Wat je al wel jarenlang deed, was sporten. Je begon bij de sportschool in de Koestraat, elke maandagmorgen een uurtje en later 3x in de week bij Multisport. Daar kon je ook nog weleens over opscheppen. En ook dat je veel kracht had in je armen. Want heel veel vrouwen hadden dat niet, zei je. Fietsen deed je veel met vriendinnen. Alles op eigen kracht, geen elektrische fiets. Dansen vond je ook heerlijk. Ik heb veel oude foto’s voorbij zien komen van feestjes, bruiloften enzo, waarop je aan het dansen was. Iedereen wilde altijd met je dansen in de tijd dat stijldansen hip was op de dansvloer. En twisten! Dat heb ik van jou geleerd! Elke twist die ik nog doe, doe ik voor mijn moeder!
 
Mijn interesse voor tennis werd misschien ook wel door jou gewekt. Elk jaar keek je op tv naar de Wimbledon wedstrijden. En ik begon mee te kijken. Finale 1996, Krajicek tegen Washington. Ik weet nog precies hoe Krajicek neerviel na zijn winnende matchpoint. Je hebt later ook nog wel eens bij mijn tenniswedstrijden gekeken. Voor mij was er vaak niet veel aanleiding om zo glorieus te vallen als Krajicek na een wedstrijd, maar dat is een ander verhaal.
 
De laatste jaren waren voor jou natuurlijk anders. Daar ga ik het niet over hebben, want dat wilde je zelf niet.
 
Soms zocht ik naar momenten waarop het leek alsof je weer een gewone moeder was. Gezond en vitaal. Zoals op een mooie dag, een donderdag, in de zomer van 2013. Of misschien was het 2014.
 
Ik kwam aan op de fiets en zag mijn moeder vanaf de straat buiten zitten. Het leek even of zij daar gewoon zelf was gaan zitten, genietend van de zon, zoals zij altijd deed als de zon scheen. Misschien wel met een boekje of krantje op schoot. En alsof ze thee voor me had gezet om samen een bakkie te doen. Zo stelde ik het mij even voor, maar even later kwam natuurlijk het besef weer dat ze met de hulp van Kelly bij die tuinstoel was gekomen, buiten op de oprit. Kel was kort daarop weggegaan en ik zou er even later naar toe gaan. We gaven elkaar altijd seintjes als de een wegging en de ander aankwam. Ik moest toch echt zelf die thee zetten, omdat zij haar stoel niet meer uit kon komen. Nooit meer. Ze kon niets meer doen voor mij. Ze kon niets meer doen voor haar kinderen, kleinkinderen en familie op die manier, zoals ze dat jaren wel gedaan had.
 
Maar herinneringen zijn er genoeg. Van die lastige tijd, toen we er maar wat van moesten maken, hebben wij een arsenaal aan foto’s en filmpjes van alles wat we in huis deden in een kleine straal rond jouw bed in de kamer. Maar natuurlijk ook van daarvoor. Je was gewoon onze moeder, gewoon maar heel bijzonder. Je was zachtaardig, nooit klagend. Je was het oudste kind. Verantwoordelijk en verstandig. Betrouwbaar, vlot, hard werkend, fit. Je was een rots, een diplomaat, onderhandelaar, regelaar, een fixer. Je was de vliegende keep, de kartrekker. Je hebt mij geleerd om zelf een rots te zijn. En een diplomaat. En je hebt mij nog je eigen grondige stijl van huishouden bijgebracht, die ik waarschijnlijk al jaren terug had moeten leren. Je was een trotse en betrokken oma. Je paste op de kleinkinderen wanneer en waar het nodig was. Deed alles voor ze, zolang je kon. Vooral voor Jan, Fos en Laura. En later met behulp van papa. Jullie pasten samen op Fee. Je bent verankerd in onze levens en voor mij de beste basis die ik maar kon meekrijgen.
 
Je was de mooiste. De allermooiste! En de beste! De allerbeste!